
Job rent het schoolplein af en roept “Mam, wil jij helpen met sportdag?” “Wat leuk” is haar eerste gedachte. Nu, 3 weken later, is de sportdag een kopzorg geworden. Ze moet namelijk een T-shirt aan waar Super-Crew op staat. En dat T-shirt is het probleem. Want ze hebben haar maat niet.
Confronterend.
Je zou misschien zeggen “wat maakt dat T-shirt nou uit?” Nou, veel in dit geval. School vindt het onhandig en ziet liever dat zij zich in maat XXL perst (“Het zou toch wel fijn zijn voor de herkenbaarheid”) en Job doet er onbewust een schepje bovenop (“Je moet wel dat shirt aan hoor mam, dat hóórt nou eenmaal zo”).
Dit is maar één voorbeeld waarin schaamte alle voorpret overschaduwt. Maar zo zijn er vele. Op bezoek gaan bij vrienden spant de kroon. Sommige -eigenlijk best veel -stoelen zijn te krap, kraken als je er met veel gewicht op gaat zitten, of zakken wat door de poten. Dat is al stap één waar veel mensen zich druk om maken. En dan komen de taartjes, kaas en nootjes op tafel, tegelijk met de (ingebeelde) blikken die nauwlettend in de gaten houden wat je zoal in je mond stopt.
Reden genoeg om af te zeggen, of om jezelf vooraf zo vol te eten dat je heel beleefd alle versnaperingen afslaat en het houdt bij een spa’tje rood.