Obesitas in de praktijk: mens-onterend

Rob weegt zich op de weegbrug van het oud-schroot want de weegschaal van de huisarts gaat niet voorbij de 180 kg…..

Dit is geen fabeltje maar een gebeurtenis van afgelopen jaar. Rob wilde zelf graag weten hoeveel hij woog en liep naar de huisarts. Hij ging op de weegschaal staan. Het duurde even en toen begon de weegschaal te knipperen: ERROR ERROR ERROR. “Ah jammer” zei de assistente “je bent denk ik te zwaar voor onze weegschaal.”

Rob baalde, wat nu? “Oh wacht” dacht Rob “het oud schroot heeft een weegbrug. Dan moet ik daar maar heen”. De volgende ochtend, in alle vroegte, liep Rob naar het autokerkhof. “Ik ken het meisje wat daar werkt en ze was zo attent om even weg te kijken toen ik mijn kleren uittrok”.

Een brok schoot in mijn keel. “Wat een mensonterende situatie” schiet er door mijn hoofd. Maar ook, “waarom zou je in hemelsnaam nog je kleren uit willen trekken? Wat maakt die ene kilo nou nog uit?”

Deze vraag hield ik voor mij. Ik geef Rob een zakdoek, want dit is hem niet in de koude kleren gaan zitten.

Rob laat zich voorlopig niet meer wegen. Hij heeft wel een overhemd, net te krap, die hij graag weer aan wil trekken. Hij doet zijn best en kijkt elke twee weken of het overhemd al beter past.

Inmiddels is dat zo en is hij trots op zijn bereikte mijlpaal.

Obesitas in de praktijk: Schaamte

Job rent het schoolplein af en roept “Mam, wil jij helpen met sportdag?” “Wat leuk” is haar eerste gedachte. Nu, 3 weken later, is de sportdag een kopzorg geworden. Ze moet namelijk een T-shirt aan waar Super-Crew op staat. En dat T-shirt is het probleem. Want ze hebben haar maat niet.

Confronterend.

Je zou misschien zeggen “wat maakt dat T-shirt nou uit?” Nou, veel in dit geval. School vindt het onhandig en ziet liever dat zij zich in maat XXL perst (“Het zou toch wel fijn zijn voor de herkenbaarheid”) en Job doet er onbewust een schepje bovenop (“Je moet wel dat shirt aan hoor mam, dat hóórt nou eenmaal zo”).

Dit is maar één voorbeeld waarin schaamte alle voorpret overschaduwt. Maar zo zijn er vele. Op bezoek gaan bij vrienden spant de kroon. Sommige -eigenlijk best veel -stoelen zijn te krap, kraken als je er met veel gewicht op gaat zitten, of zakken wat door de poten. Dat is al stap één waar veel mensen zich druk om maken. En dan komen de taartjes, kaas en nootjes op tafel, tegelijk met de (ingebeelde) blikken die nauwlettend in de gaten houden wat je zoal in je mond stopt.

Reden genoeg om af te zeggen, of om jezelf vooraf zo vol te eten dat je heel beleefd alle versnaperingen afslaat en het houdt bij een spa’tje rood.

Obesitas in de Praktijk: Medicatie

“Niet om het een of ander, maar als ik een jaartje bij jou ben krijg ik toch medicijnen om af te vallen?” Deze zin komt aan het einde van het telefoongesprek wanneer we eigenlijk gaan ophangen.

Hoe ik daar tegenover sta? Genuanceerd. Ik ken de meningen van mensen die hier faliekant op tegen zijn. “Kom nou toch, afvallen moet je zelf kunnen.” Maar het is mij te kort door de bocht.

Ik ken de man die de hele dag trek heeft. Als zijn vrouw het eten opschept kijkt hij schalks of ze niet een schepje meer heeft dan hij. Hij wil wel minderen, maar voert de hele dag een gevecht tegen de voortdurende trek en gedachten aan eten.

Na een jaar ploeteren krijgt hij nu medicatie. De cravings blijven nu weg en na een kleine maaltijd heeft hij genoeg. Er komt rust in zijn hoofd en rust in zijn lijf. En vanuit die situatie bouwt hij nu razendsnel gezonde eetgewoontes op en valt gestaag af.

Als ik aan hem denk? Dan ben ik blij dat er medicatie is. Niet alleen voor hem maar voor alle mensen met overgewicht die overmatige trek ervaren.


*Dit blog is uit de serie ‘obesitas in de praktijk’. Het zijn verhalen uit onze leefstijlpraktijk die illustreren waar mensen met obesitas tegenaan lopen en hoe ze daarin hun weg proberen te vinden. Ik wil hiermee de urgentie voor universele preventie benadrukken want obesitas is een veelkoppig monster dat veel mentaal en fysiek leed veroorzaakt.

Obesitas in de Praktijk: verleidingen

Wat zou jij doen als je met forse korting bij alle Takeaways op het station altijd en alles mag kopen? Wat zou je doen? …..Loop je er achteloos voorbij of geef je je over aan de ultieme snack die jouw ritje naar huis een stukje leuker maakt?

Het overkomt Jochem elke dag.  Jochem werkt bij bedrijf X en voor zijn werk moet hij veel reizen met het openbaar vervoer. Attent als werkgever X is, is deze korting in het leven geroepen.

Helaas Jochem heeft net als 50% van alle Nederlanders overgewicht. Overgewicht wil zeggen meer kans op chronische ziekten en ongemak.

Mensen met fors overgewicht hebben vaak meer trek en zijn minder snel verzadigd dan mensen zonder overgewicht. Dat is geen ‘zwakke mindset’, dat is hormonaal zo geregeld.

En dus zit Jochem voor mij met zijn handen in het haar. Hij wil wel afvallen, maar op werkdagen is de verleiding enorm.

Het lijkt een aardige geste van werkgever X, maar het pakt desastreus uit.

** Dit blog komt uit de serie ‘obesitas in de praktijk’. Het zijn verhalen uit onze leefstijlpraktijk die illustreren waar mensen met obesitas tegenaan lopen en hoe ze daarin hun weg proberen te vinden. Ik wil hiermee de urgentie voor universele preventie benadrukken want obesitas is een veelkoppig monster dat veel mentaal en fysiek leed veroorzaakt.

De reden om niet te bewegen

fitte toeschouwer

“Waarom pak je de mountainbike niet uit de schuur en ga je lekker op pad?”

Dit vroeg ik aan een man die graag weer wil sporten maar niet goed weet hoe te beginnen. Ik zag hem even glimmen bij de gedachte, maar hij verstrakte meteen. “Dan zou ik maandagdochtend vroeg moeten gaan als niemand mij ziet, ik ga echt niet tussen al die strakke pakken.” Hij is niet de enige die niet sport omdat hij zich er bekeken en ongemakkelijk bij voelt. Het advies ligt dan op de lippen om te zeggen ‘ga dan lekker een stukje wandelen’. Tuurlijk kan dat, en het is soms een perfecte oplossing, maar lang niet iedereen houdt van wandelen. De man die ik sprak had juist zin in die fiets, de wind in zijn haren en modder op zijn broek.

Bouw samen aan conditie en zelfvertrouwen, op je eigen niveau en zonder groepsdruk

Is hij een voorbeeld voor iedereen die zegt dat ze ‘eigenlijk’ meer zouden moeten bewegen? Deels. Ik kom inderdaad veel mensen tegen bij wie dit speelt. Het is niet voor niks dat ik voor deze groep mensen het trainingsprogramma Op Stap heb opgezet waarin je met ‘lotgenoten’ de eerste stap samen zet. Een programma waarin je vooral conditie én zelfvertrouwen opbouwt om nadien een vorm van bewegen of sporten te kiezen die je graag wil beoefenen. Samen trainen maar op eigen niveau en zonder groepsdruk. Een subtiel evenwicht waarin men zich veilig voelt. Die eerste stap gaat overigens lang niet altijd gepaard met een ongemakkelijk gevoel bekeken te worden. Bij sommige mensen zit voldoende bewegen gewoon helemaal niet in hun dagelijks leefpatroon en mist de trigger om hier verandering in te brengen. De omgeving kan hier goed bij helpen. Al te fanatieke sportvrienden kunnen afschrikken, maar met een beetje inlevingsgevoel kom je een heel eind. En een mooie strandovergang of stadspark nodigen meer uit dan grijze flats die onbewoonbaar zijn verklaard.

Bewegen als instrument

Er zijn ook mensen die vinden bewegen gewoon niet leuk. Het voelt bijna als een straf om naar buiten te gaan. Liever zitten ze genoeglijk binnen. “Echt Willemijn, er is werkelijk geen enkele vezel in mijn lijf die in actie wil komen” vertrouwde een dame mij eens toe. Toch zegt ze het eigenlijk wel te willen voor haar gezondheid. Maar die wetenschap is niet opgewassen tegen het sterke gevoel van weerstand op het moment zelf. Al helemaal niet als op dat moment weinig tot geen gezondheidsproblemen spelen. Ik heb gemerkt dat het kan helpen om dan bewegen instrumenteel in te zetten. Bijvoorbeeld boodschappen doen met de fiets in plaats van met de auto. Vorig jaar ontmoette ik een man die het maar niet voor elkaar kreeg om in beweging te komen. En toch, ergens wilde hij wel. Om met zijn dochtertje te kunnen zwemmen in de zomervakantie.  We probeerden van alles, tot gewichten naast zijn bed aan toe, maar zonder succes. Tot hij opeens lachend binnenkwam en zei dat hij elke dag een uur wandelde. “Huh?” vroeg ik verbaasd, “hoe krijg je dat nou voor elkaar?” Wat bleek, hij had de podcast ontdekt en hij kon daar het beste naar luisteren wanneer hij ondertussen wat wandelde in de buurt.

Als het niet in je systeem zit helpt een vaag voornemen niet

Tenslotte zijn er ook mensen die wel meer willen bewegen maar er de tijd niet voor nemen. Een beweeguurtje komt niet vanzelf en als het niet in je systeem zit helpt een vaag voornemen niet. Je zal de agenda erbij moeten pakken en momenten moeten blokken. En dan nog, op het moment suprême zijn er heel wat bezwaren die je kan aanvoeren om niet te gaan. Gezinsperikelen, mailtjes, de volle wasmand, geen zin…. Voor deze groep mensen is het relatief makkelijk om deze impasse te doorbreken. Door het aanleren van een goede planning en weten hoe je de ‘ja maar.. redenen’ kan parkeren. Wat ook goed helpt is om samen met iemand af te spreken. De beloning als dit lukt komt vanzelf omdat een uurtje actief bewegen veel oplevert; je denkt en werkt na afloop efficiënter, je voelt je fitter en meer ontspannen en kijkt positiever tegen dingen aan. Het programma De Fitte Toeschouwer die we momenteel aanbieden in aanloop naar Leiden Marathon is vooral voor deze groep mensen bedoeld.

Roepen dat bewegen goed voor je is of dat je gewoon moet beginnen is te kort door de bocht

Wat hindert om te gaan bewegen? Probeer deze vraag te beantwoorden en zoek dan naar een oplossing. Het kost wat meer tijd, maar het levert enorm veel op.